7 Eetbare bodembedekkers

Bodembedekkers zijn een regelrechte aanwinst voor je tuin. Onkruid krijgt nauwelijks kans. Van alle bodembedekkers zijn de eetbare echt aan te raden. Ze zijn mooi, geuren vaak en zijn ook nog smakelijk!

bodembedekkers

Bodembedekkende planten zijn essentieel in een ecologisch verantwoorde tuin. Sommige daarvan zijn nog eetbaar ook! Een paar aantrekkelijke inheemse soorten zijn de aardaker, de bosaardbei, campanula (klokjes), daslook, dovenetel, hondsdraf en tijm.

1Bosaardbei

De wilde bosaardbei (Fragaria vesca) wordt niet hoger dan 10 centimeter, heeft witte bloemetjes en ronde vruchten. Deze vruchten zijn kleiner dan de reguliere gekweekte soorten, maar ook eetbaar.

De bosaardbei houdt van een iets vochtige, humusrijke grond en lichte schaduw. Hij doet het uitstekend rond struiken en bomen, en groeit snel. In onze achtertuin hebben we afgelopen zomer één plantje in een border in de halfschaduw gezet. De bloementijd – mei en juni – was voorbij en hij gebruikte al zijn kracht om te groeien. Binnen een mum van tijd had hij meters grond bedekt. Nu in de winter is hij ook in rust nog mooi groen.

De bosaardbei staat overigens tegenwoordige op de rode lijst. Reden te meer om hem aan te planten of te zaaien.

Een bosaardbei kun je verwilderen door zaad, maar dat heeft wel wat voeten in de aarde. Plantjes aanschaffen is makkelijker. Of scheuren.

  • Type: vaste plant
  • Hoogte: 5 – 30 cm.
  • Bloei: Mei – juni, soms tot in de herfst.
  • Kleur bloem: wit
  • Grond: matig vochtige tot droog. Matig voedselrijk, neutraal tot kalkrijk
  • Plaats: half schaduw – zonnig

Zaaien: maart – april. Zaadjes verdelen, bevochtigen en niet of nauwelijks  afdekken (lichtkiemer). Liefst een aantal dagen extra warm zetten, temperatuur 25-30 graden. Daarna rond de 18 – 20 graden. Houd de zaden warm en vochtig. Een week na opkomst verspenen, met een kluitje aarde, in een eigen bakje (10 cm) met potgrond. Dan ook verhuizen naar kas of koudebak. Buiten zetten kan nu ook, maar dan beschut tegen regen. Als de plantjes 5 cm breed zijn dan kun je ze in de volle grond planten.

2Campanula

Klokjes (Campanula) zijn bekende en populaire plantjes die lang en uitbundig bloeien, en ze nemen genoegen met bijna elke grond. Het bloemetjes-tapijt is natuurlijk prachtig, maar wist je dat de bloemen van sommige soorten klokjes ook eetbaar zijn? Net als Oost-indische kers, dovenetel en komkomerkruid geven de klokjes kleur aan salade.

Deze soorten Campanula hebben eetbare bloemen: C. glomerata (kluwenklokje), C. rapunculoides (akkerklokje), C. cochleariifolia, C. versicolor, C. fenestrellata, C. punctata, C. takesimana en C. porscharsyana. Daarnaast zijn alle leden uit de Campanula-familie waardplanten voor diverse vlinders.

  • Type: vaste plant
  • Hoogte: variërend van de soort 5 – 120 cm.
  • Bloei: meeste soorten vanaf juni
  • Kleur bloem: paars, wit, roze of blauw
  • Grond: matig droge tot vochtige bodem, matig voedselrijk, vaak kalkhoudend (niet veeleisend, geschikt voor vrijwel elke bodem).
  • Plaats: zonnig

Zaaien: in het algemeen in maart of april. Kiemtemperatuur 15-20°C, in zaaibakje of potje onder glas. In de volle grond: april, mei op zonnige droge plek. Niet/nauwelijks bedekken met aarde (lichtkiemer).

3Daslook

Daslook (Allium ursinum) behoort tot de lookfamilie en dat kun je zien. De friswitte stervormige bloemetjes vormen een mooie losse ‘uienbol’. Daslook bereikt een hoogte van 30 tot 40 centimeter en de bloeiperiode is van april tot en met juni of juli. Na de bloeiperiode trekt de plant zich terug in de bol en laat zich weer bovengronds zien in het voorjaar.

Zowel het blad en de bloemen hebben een zachte en ook frisse uiengeur en -smaak. Beide zijn rauw fijngehakt goed te gebruiken in hartige gerechten, salade, soep en saus. Voeg ze op het laatste moment toe. De eerste blaadjes zijn het malst. Daarom worden de blaadjes vaak voor de bloei geoogst.

Deze inheemse plant doet het goed in de schaduw, onder bomen en in voedselrijke, niet te droge grond. Daslook heeft 1 tot 2 jaar nodig om te ontkiemen. Daslookplantjes geven dus een sneller resultaat dan zaad. Eenmaal aangeslagen spreidt hij zich snel uit tot een grote groep.

  • Type: vaste plant
  • Hoogte: tot 40 cm.
  • Bloei: april tot uiterlijk juli
  • Kleur bloem: wit
  • Grond: voedselrijk, doorlatend, vrij vochtig (bosgrond)
  • Plaats: schaduwrijk, goede plek is onder een boom of haag

Zaaien: In het voorjaar direct in je tuin maar wel op een plek in de schaduw. Zorg voor het zaaien voor voldoende voedsel door middel van wat extra compost en kalk door de grond. Zaai 1 cm diep, en plant om de 3 cm een zaadje. Na opkomst: uitdunnen op zo’n 10 cm.

4Aardaker

Aardaker (Lathyrus tuberosus) is een vaste plant en familie van de vlinderbloemenfamilie. Het is een winterhard knolgewas, komt van nature in Europa voor en bloeit in juni en juli. In ons land is hij zeldzaam. Hoewel geliefd om zijn mooie, eetbare knalroze bloemen, was hij ook populair om zijn eetbare delen onder de grond; de knolletjes die als groente werden gegeten.

De knolletjes worden als aardappels gekookt of als tamme kastanje’s gepoft. De plant maakt niet veel knolletjes maar de smaak is goed. Ze zijn iets zoetig, rijk aan zetmeel en smaken ook enigszins naar tamme kastanjes.

Doordat de plant ook stikstof maakt, is het tevens een goede grondbemester en een fraaie wilde vervanger voor reukerwten (Lathyrus odoratus). De rozerode bloemen ogen niet alleen mooi maar verspreiden ook nog eens een heerlijke geur! Er komen dan ook volop vlinders en bijen op af.

  • Type: vaste plant
  • Hoogte: 35 cm. Kruipend tot 100 cm. Kan enigszins woekeren.
  • Bloei: juni – augustus
  • Kleur: felroze
  • Grond: voedzaam
  • Plaats: volle zon

Zaaien: begin februari in kamerkas, na ontkiemen koeler. De zaden twee dagen voorweken met een hete scheut water bevordert een snelle ontkieming. Jonge planten in mei naar buiten. Plantafstand: 40 x 40 cm, zaaidiepte: 4-5 cm, plantdiepte: 10 cm. Volle grond zaaien: april – juli op warme plek.

Knollen oogsten: juni-oktober.

5Dovenetel

De bloemen van alle soorten dovenetel (Lamium) zijn eetbaar! Leuk voor in de salade of als garnering. De jonge blaadjes kunnen ook in de salade en in de soep, of kort gekookt, zoals spinazie. Van het gedroogde blad kun je thee trekken. De lipbloemige dovenetel is wordt ook graag bezocht door insecten. Hoewel de in het wild voorkomende witte doventel de meeste nectar en stuifmeel geeft, woekert dit soort wel erg uitbundig. Ook de gele ‘Lamiastrum galeobdolon’ kan er wat van.

Als dovenetels zich te sterk uitbreiden, steek dan in de herfst de randen van de vaste planten af. De Gevlekte dovenetel (Lamium maculatum) en de gekweekte variëteiten doen het wat rustiger aan. Bijvoorbeeld de gele 30 cm hoge ‘Herman’s pride’ met fantastische gevlekte bladeren. Houdt u van roze en bont? Dan is de Lamium maculatum ‘Roseum’ of de 20 cm lage ‘Pink Pewter’ een goede keus. Snelgroeiend en groenblijvend!

De plant houdt van humusrijke grond en enigszins gefilterd zonlicht. Ze doen het ook goed onder bomen en struiken, en geven kleur aan de randen langs een heg. Doordat ze sterk zijn zorgen ze ervoor dat andere ongewenste kruiden minder kans krijgen op plekken die moeilijk zijn bij te houden. Lieveheerstbeestjes die de luizen in je tuin verorberen, houden zich graag schuil in deze veelzijdige en kleurrijke bodembedekker.

  • Type: vaste plant
  • Hoogte: 20 – 60 cm, afhankelijk van de soort
  • Bloei: april – mei en sommige soorten tot juni of zelfs augustus, maar dan wordt het wel wat minder uitbundig.
  • Kleur bloem: wit, geel, roze, paars, bruinrood, afhankelijk van de soort
  • Grond: humusrijk.
  • Plaats: halfschaduw – zon, doet het ook goed tussen struiken om onkruid tegen te gaan.
  • Vermeerderen: door te scheuren. Er zijn vaak al in april volop plantjes te koop.

6Tijm

Als je tijm ruikt, dan krijg je meteen het echte zomergevoel. Hij houdt ook van zonnige droge plekken. Als bodembedekker is de kruipvariant van tijm (Thymus praecox of serpyllum) een aanrader of de hogere citroentijm (Thymus citriodorus Silver Queen) En eetbaar. In de keuken kennen we tijm natuurlijk als kruid in Italiaanse gerechten, hartige gerechten, soepen en sauzen. En ook de kruipvariant leent zich hiervoor.

Het kruid kun je oogsten van mei tot november. Drogen kan ook, snij dan vlak voor de bloei enkele delen van het struikje af en hang de takjes te drogen op een donkere droge plek.

De bloei van deze laag blijvende bodembedekkers is ook prachtig: afhankelijk van welke soort bloeien ze wit (citroentijm), lichtroze tot felroze. De in het wild voorkomende kruiptijm bloeit in juni en juli met sterk geurende bloemen. Bijen komen graag af op de specifieke geur.

  • Type: vaste plant
  • Hoogte: 10 – 15 cm, citroentijm 25 – 50 cm.
  • Bloei: juni – augustus.
  • Kleur bloem: roze, lila of wit.
  • Grond: waterdoorlatend, voedselarm en kalkrijk.
  • Plaats: liefst in de volle zon

Zaaien: maart-april op een zaaibedje. De kiemtemperatuur is 20 graden, daarna koeler opkweken. Na half mei in de tuin uitplanten. Of in mei direct zaaien in de tuin op een zonnige plek. Vermeerderen kan heel makkelijk. Hoe? Gewoon door scheuren.

7Hondsdraf

Dit kruipend kruidje met zijn vierkante stengel is inheems, altijd groen en een prachtige paarse lentebloeier. Hondsdraf (Glechoma hederacea) laat zijn kopje al vroeg in het voorjaar zien. Je vindt ‘m overal maar vooral in een wat vochtiger omgeving – bijvoorbeeld bij een vijver en aan bosranden- het liefst in de halfschaduw.

Hij groeit snel, is makkelijk te stekken en verspreidt zich ongebreideld via de uitlopers van zijn wortels. Dus binnen een mum van tijd is de grond bedekt! Als hij te enthousiast groeit, is hij makkelijk te verwijderen, maar je komt er zelden helemaal vanaf. De witbonte cultivar ‘Variegata’ is een juweeltje dat wat lager blijft en minder woekert.

Hij geurt licht kruidig en de bladeren zijn ook nog eens eetbaar en worden rauw gebruikt in salades, op brood (met kaas) en in soepen en hartige gerechten. Oogsten kan van april tot juni. De smaak is vrij sterk en er wordt beweerd: hoe meer schaduw, hoe beter de smaak. Ook wilde bijen en hommels zijn dol op Hondsdraf, al gaat het hen meer om de nectar.

  • Type: vaste plant
  • Hoogte: 15 tot 40 cm.
  • Bloei: april – juni.
  • Kleur bloem: hemelsblauw, paars.
  • Grond: vrijwel alle grondsoorten.
  • Plaats: zon tot schaduw, en kan ook prima onder heesters.

Als je er eenmaal op let, zie je Hondsdraf overal en dat zal de reden zijn dat hij niet of nauwelijks te koop wordt aangeboden. Maar de bonte variant ‘Variegata’ is wel te koop als vast plantje.

DELEN
Vorig artikelZaaien in augustus en september
Jurgen Nijhuis, woont en werkt in Heiloo (NH) als websitebouwer en schrijver. Hij is de hoofdredacteur van PuurTuinieren en tuiniert zelf in sier- en moestuin.

LAAT EEN REACTIE ACHTER