Een tegeltuin lijkt misschien veel goedkoper en makkelijker te onderhouden dan een tuin met veel planten. Maar ook een tegeltuin moet (nou ja… moet?) vrijgehouden worden van onkruid, meestal ergernis nr. 1. In zo’n tuin staan vaak planten in bakken, en als je die niet goed bijhoudt – in het groeiseizoen vaak dagelijks – ziet het er niet uit. Al met al behoorlijk veel werk…
Het draait om een goed ontwerp. Een tuin waarvan alleen terras en paden zijn bestraat, maar die verder is beplant met onderhoudsvriendelijke planten, is niet duurder of bewerkelijker dan een geheel betegelde tuin. Belangrijk is de juiste planten te kiezen. Hierbij enkele tips.
- Zorg dat de gehele bodem bedekt is met goede, groenblijvende bodembedekkers. Denk aan Zenegroen (Ajuga), een Klokjesbloem (Campanula), het Zandblauwtje (Jasione Laevis ‘Blaulicht’), Oooievaarsbek (Geranium Acrorrhizum) of Kleine Maagdenpalm (Vinca Minor). Er is volop keuze!
- Plant tussen die bodembedekkers wat heesters die weinig onderhoud nodig hebben. Hertshooi, Rode Kornoelje, Wilde kardinaalsmuts (max. 3 meter, maar in de schaduw lager), Krentenboompje, Vlinderstruik, Hondsroos, Kroosjespruim en Kleinbladige Sering zijn voorbeelden van heesters die slechts eenmaal per jaar of helemaal niet gesnoeid hoeven te worden.
- Zet er vervolgens in het najaar biologische verwilderingsbollen – winterharde bollen die elk jaar terugkomen en zich vermeerderen – tussen voor kleur en stuifmeel in het vroege voorjaar. Niet alleen zien uw huis en tuin er veel aantrekkelijker uit, u levert ook een aardige bijdrage aan een natuurlijker woonomgeving.
Betegelde tuinen hebben dieren niets te bieden
Vogels, insecten, kikkers, padden en egels hebben een plek nodig om te eten en slapen, om te schuilen voor onraad en om zich veilig te verplaatsen. In stenen tuinen vinden ze niets van hun gading. Misschien krijgt u rupsen in uw tuin. Maar u moet maar denken: zonder rupsen geen vlinders!
Voor het voortbestaan van diersoorten zijn groene tuinen van wezenlijk belang. Op veel plaatsen dragen ze bij aan ecologische verbindingszones, waarlangs dieren zich kunnen verplaatsen.
Wateroverlast en droogte
Een groot nadeel van betegelde tuinen is dat regenwater niet in de bodem komt, maar direct het riool in loopt. Als het hard regent kan het riool het niet goed aan en dat kan leiden tot het lozen van het riool in vaarten en sloten. Dat is nadelig voor het leven in het water.
Zowel dieren als planten ondervinden veel schade van rioolwater in hun leefomgeving. Je ziet dan bijvoorbeeld dat vissen massaal doodgaan door zuurstoftekort als gevolg van het lozen van zuurstofarm rioolwater. Doordat rioolwater ook vaak verontreinigd is door organische en chemische stoffen, komt er op die manier ook vervuild water in het milieu.
Verharde tuinen nemen geen water op, waardoor de grond eronder kurkdroog is. Dat verstoort de waterhuishouding in de bodem en het kan bovendien gevolgen hebben voor de staat van huisfunderingen.
Bodemwater is dus van groot belang. Groene tuinen en ook groene daken zorgen dat het hemelwater in de bodem terechtkomt, waar het thuishoort, in plaats van dat het in het riool verdwijnt.
En nog meer voordelen van een groene tuin
Groene tuinen zorgen er ook voor dat de temperatuur in een stad niet te hoog oploopt. Bestrating houdt warmte vast, terwijl planten juist warmte afvoeren naar de bodem. Ook houden bladeren veel fijnstof vast dat anders in onze longen zou komen. Kortom, het is gewoon beter vertoeven in de tuin.
En zeg nou zelf: er is al zoveel steen om ons heen… Zelfs een kleine tuin kan met weinig moeite en geld een groene oase vol leven zijn!
Een uitgebreide omschrijving van hoe je je tuin groen en regenvriendelijk maakt (inclusief kostenplaatje) kun je via deze link (PDF) vinden.
